18 December 1909.
495
moet dienen, om de straatschenderij wat beter te kunnen
tegengaan, dan is dat geen motief voor deze belangrijke
uitgaaf. Spreker wil wel voor het voorstel stemmen, doch
wenscht de verantwoordelijkheid ervoor niet te aanvaarden.
De heer MEEUWESEN wenscht zijne stem te motiveeren.
Spreker is het met den heer Van Keppel eens, dat de
raad onbevoegd is, om de noodzakelijkheid der uitbreiding
te kunnen beoordeelen, doch daarom moet hij afgaan op
het voorstel van den burgemeester en van den commissaris
van politie, die deskundige is. Als deze de uitbreiding
noodig achten, moet de raad dat kunnen aannemen. Wel
komt het bedrag aan spreker bezwaarlijk voor, wijl hij de
noodige bezuiniging gaarne zag doorgevoerd, doch het
incompleet in het politiekorps bestaat blijkbaar al sinds
jaren. De diensten van het korps zijn goed, maar zij
moeten thans overmatig werk verrichten. De opgaven van
verschillende andere plaatsen kunnen niet als vergelijking
dienen, omdat die plaatsen bijna alle veel grooter zijn
dan Breda. Het doel, dat beoogd wordt, om aan de agenten
tevens meer vrije dagen te kunnen verschaffen en daardoor
een normalen toestand in het leven te roepen, vindt spreker
wel gemotiveerd, ook al gaat dit gepaard met een groote
uitgaaf. Verondersteld mag worden, dat hierdoor in eene
behoefte voor vele jaren zal worden voorzien.
Spreker acht het een zwak punt, om de uitbreiding
slechts geleidelijk te doen plaats hebben. Als er werkelijk
behoefte is, dan diende de uitbreiding dadelijk te geschieden.
Spreker veronderstelt echter, dat de burgemeester het
budget niet in de war heeft willen sturen, omdat de be
lastingen dan in eens met een belangrijk bedrag zouden
moeten worden verhoogd en de noodige uitbreiding ook
langs den voorgestelden weg wel zou kunnen plaats hebben.
De voorzitter dankt de leden voor den steun,
welken dit voorstel heeft ondervonden. Spreker heeft lang
geaarzeld, alvorens dit voorstel ter tafel te brengen, omdat
het met belangrijke kosten gepaard gaat, welke ieder jaar