18 December 1909.
509
De heer SCHELTUS acht het niet wenschelijk, dat wij
zigingen maar voetstoots worden aangenomen, welke niet
eens bij het dagelijksch bestuur in behandeling zijn geweest.
Nu zou het heel goed hebben kunnen voorkomen, dat ook
nog andere wijzigingen wenschelijk werden geacht, welke
thans aan de aandacht ontsnappen. In 't algemeen is het
niet raadzaam, dat hier stukken ter tafel komen, welke
niet vooraf bij burgemeester en wethouders in behandeling
zijn geweest.
De voorzitter wijst erop, dat de gemeentewet hem
de verplichting oplegt om de stukken, welke hij ontvangt,
terstond ter tafel te brengen in de vergadering, waar zij
behooren. Van dit voorschrift wenscht spreker niet af te
wijken. Wat nu de onderwcrpelijke zaak betreft, wijst
spreker erop, dat deze spoed vereischt en de biljetten
terstond na 1 Januari moeten worden rondgebracht. Mocht
de raad bezwaar maken, om het voorstel thans te behan
delen, dan zal spreker de vergadering schorsen en den
raad opnieuw bijeenroepen tegen hedenavond half acht uur.
De heer SCHELTUS hecht niet aan eenig uitstel van
behandeling. Alleen wil spreker doen uitkomen, dat het
in het algemeen niet wenschelijk is, stukken aan de orde
te stellen, waarvan de raad niet vooraf heeft kunnen kennis
nemen.
Zonder verdere bedenking worden alsnu de
voorgestelde wijzigingen goedgekeurd.
23. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat bij de
behandeling der gemeente-begrooting de post zegelgelden
belangrijk lager is gesteld, met het oog op eene voorge
nomen inwisseling van ongebruikte zegels. In verband
hiermede leest spreker een ingezonden stuk voor uit de
Nieuwe Rotterdamsche courantwaaruit blijkt, dat de verwij
dering van ongebruikte zegels uit de registers van den
burgerlijken stand eene daad zou zijn, in strijd met de wet.
Spreker vraagt, hoe die zaak hier geregeld is.