30 Januari 1909.
geen enkel voorstel van den heer Van den Brink te steu
nen. Dat is onwaar. Spreker heeft het den heer Smits
persoonlijk afgevraagd. Trouwens, de heer Smits kan zoo
iets niet vertellen, want eene dergelijke afspraak bestaat
niet. Er is geen enkele reden, om aannemelijke voorstellen
van den heer Van den Brink niet te steunen. Maar hij
doet allerlei onmogelijke voorstellen.
Onwaar is ook, hetgeen de heer Van den Brink op die
vergadering heeft gezegd van de werkvrouw bij de politie,
welke maar 50 cent per week zou verdienen. Spreker heeft
het onderzocht. Die vrouw krijgt 4,per week.
Het bekende geval Koremans, die met verbrande longen
zou hebben rondgeloopen, is door den heer Van den Brink
op die vergadering speciaal uitgebuit. Daarmee heeft hij
het volk opgeruid en verbitterd.
Afgescheiden nog van de vraag, in hoever het mogelijk
is, dat iemand met verbrande longen kan rondloopen, heeft
spreker het geval onderzocht en daarbij is gebleken, dat
Koremans de laatste 3 jaar voor zijn dood niet in de
stokerij van de gasfabriek is werkzaam geweest. Het is
dus eene zuivere onwaarheid, als men vertelt, dat Kore
mans in de stokerij zijn longen verbrand heeft en daaraan
gestorven is.
Maar de vergadering moest onder den indruk worden
gebracht, dat het allemaal onmenschen zijn in den raad.
Toch weet de heer Van den Brink zeer goed, dat het adres
van de wed. Koremans niet is afgewezen, omdat de raads
leden zoo cynisch zijn, doch wijl de reglementen niet anders
toelaten.
Spreker kan nog meer onwaarheden aanhalen, welke
op dien avond zijn gezegd. Zoo deelde de heer Van den
Brink nog mede, dat de onderwijzers de verbetering hunner
salarissen aan hem zouden te danken hebben, tengevolge
van een onderhoud, dat hij met den burgemeester heeft
gehad. Ieder raadslid weet wel, dat dit niet zoo is.
Heel den avond zijn de menschen op die vergadering
opgehitst en opgeruid. Spreker kan dan ook heel goed