70 13 Maart 1909. uit eene schriftelijke verklaring van een door burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige, recht op hun volle loon. Indien deze ziekte recht geeft op eene uitbetaling of rente krachtens eenige verzekering ten laste der gemeente of krachtens de ongevallenwet, dan komt deze in minde ring voor de in het eerste lid bedoelde uitkeering. Het ziekengeld wordt niet meer uitgekeerd zoodra pen sioen of wachtgeld (bij opheffing der betrekking) wordt verleend. Onder de benaming werklieden in dienst der gemeente worden in deze verordening verstaan al degenen, die reeds twee achtereenvolgende maanden in gemeentedienst hebben gearbeid. Toelichting. Waar het zelfs in de wet op het arbeidscontract artikel 1638c kan liggen opgesloten, dat gedurende ééne maand vol loon als ziekengeld moet worden uitgekeerd, waar bij ziekte de gezinsuitgaven stijgen en waar bovendien voor het loopende jaar 1909 de eventueele uitgaven door deze verordening veroorzaakt slechts op hoogstens f 700, moeten geraamd worden (de helft van het dagloon bij ziekte is in de begrooting 1909 geraamd op ƒ350, bedroeg in 1907 f 281,825), daar zijn er billijkheidsredenen te over, om de uitkeering van het volle loon bij ziekte in eene verordening vast te leggen. (get) J. A. H. VAN DEN BRINK. De voorzitter geeft in overweging, dit voorstel eveneens te verzenden aan burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer VAN DEN BRINK kan niet met dit voorstel medegaan. Hij vindt het eene vrij eenvoudige zaak, die wel voor dadelijke behandeling geschikt is. Spreker zal niet zeggen, dat het voorstel des voorzitters zou kun-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 70