13 Maart 1909. 71
nen dienst doen bij wijze van kapstok, ofschoon een ander
door hem ingediend voorstel al van September bij burge
meester en wethouders in behandeling is.
Alleen zou het voorstel eene kleine redactiewijziging
dienen te ondergaan, nu spreker vernomen heeft, dat de
gemeente-werklieden geen vrije geneeskundige behandeling
genieten.
Wanneer men nagaat, dat de wet op het arbeidscontract
aan een particulier werkgever als regel voorschrijft, om
bij ziekte gedurende een zekeren tijd het volle loon uit
te betalen en dat die bepalingen o- a. niet van toepassing
zijn op de gemeente als werkgeefster, daar mag van de
gemeente zeker meer verwacht worden dan van een par
ticulier werkgever. Vooral, waar de loonen zeer laag zijn,
is het noodig, dat een werkman bij ziekte het loon behoudt.
Hij zou anders genoodzaakt kunnen zijn, om, bij ziekte,
nog giften aan te nemen van liefdadigheidsvereenigingen.
De voorzitter wijst erop, dat de heer Van den
Brink zijn voorstel wel eenvoudig noemt, doch burgemees
ter en wethouders, die de gevolgen ervan moeten dragen,
vinden het niet zoo eenvoudig. De zaak dient van alle
kanten bekeken te worden en moet goed voorbereid zijn.
Tegen uitstel kan geen bezwaar bestaan, omdat er niemand
door benadeeld wordt.
Het voorstel van den heer VAN DEN BRINK om dit
punt direct in behandeling te nemen, wordt niet ondersteund.
Waarna besloten wordt het onderwerpelijke voor
stel te verzenden aan burgemeester en wethouders
om prae-advies.
16a. Voorstel van het raadslid, den heer J. A. EI. van
den Brink, betreffende het opnemen van voorschriften in
de besteksbepalingen voor werken, uit te voeren voor de
gemeente, luidende als volgt