80 13 maart 1939. „De Roomsch-Katholieke Volksbond heeft alstoen bij „adres getracht verbetering in dit ontwerp te brengen. „Hij vroeg niet veel, maar gevallen als nu met den „gemeente-werkman De Laat zijn voorgekomen, zouden „erdoor althans zeer zijn verzacht. „De Laat heeft 24 dienstjarenzijn middelsom bedroeg „ƒ570,— per jaar, ]/75 ervan is ƒ7,60 X 24 ƒ183,20. „Ziedaar het bedrag van zijn pensioen, ƒ183,20 per jaar. „De Roomsch-Katholieke Volksbond vroeg indertijd aan „den raad om werklieden, die na 12-jarigen dienst zouden „ontslagen worden, een minimum-pensioen te geven van „ƒ450,en voor elk jaar dienst meer 1/75 van het middel loon gedurende 5 jaar. „De Laat zou dan nu hebben ontvangen eerst ƒ150, „van de eerste 12 jaar. En voor de tweede 12 jaar 12 X „ƒ7,60 ƒ91,20. Samen ƒ241,20. „Dat scheelt zóóveel. ,,'t Is nog wel niet schitterend, maar het gaat toch. „Doch de raad heeft in 1904 het voorstel van den „Roomsch-Katholieken Volksbond niet eens aangekeken. De „heeren werkmans-afgevaardigden hebben het eenvoudig „genegeerd, er geen letter van overgenomen, geen woord „over gezegd. „Breda geeft een goed voorbeeld door deze pensioen regeling, zei de heer Jacoby den 21. Mei 1904. „Ja, dat blijkt nu wel. „Er wordt een oude man van 65 jaar gepensionneerd „hij mag uitrusten van zijn werkleven en de gemeente zal „hem de laatste jaren zijns levens eens netjes onder houden. „Maar de gepensionneerde wil zóó niet beliefdadigd „worden. Dat is geen pensionneeren dat is iemand ontslag „geven en de pil vergulden met eene wekelijksche gift van „eventjes 3 en 'n halven gulden. „Toe, geef hem er nog 'n fooitje bij, vragen nu de werk- mansafgevaardigden, die in 1901 hun uur voorbij lieten „gaan. Laat den man gras wieden, of zoo iets. Kan hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 80