86 13 Maart 1909. minister geopperde bedenkingen, ofschoon burgemeester en wethouders bij hun gevoelen blijven, dat de benoeming van het hulppersoneel thans stagnatie in den geregelden gang van het onderwijs zal veroorzaken. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten de door den minister verlangde wijzigingen aan te brengen en de verordening dienovereenkomstig opnieuw vast te stellen. 31. Prae-advies van burgemeester en wethouders op adressen van verschillende personen in zake de kermis en standplaatsen op de kermis, luidende dit prae-advies als volgt „Hiermede hebben wij de eer U weder aan te bieden „een zestal adressen met bijlagen in zake de kermis en „standplaatsen op de kermis, welke in verschillende uwer „vergaderingen om prae-advies in onze handen werden „gesteld. „De verzoeken, in die adressen vervat, komen neer „a. op weder-invoering van de zoogenaamde „Pinkster- kermis", in 1907 afgeschaft op het stellen van de najaarskermis in de maand „November in plaats van in October, zooals in 1907 „is bepaald „c. op het verkrijgen eener standplaats of eene andere „standplaats gedurende de kermisdagen. „Aangaande punt a verklaren wij, dat wij nimmer wen- „schen mede te werken tot eene gunstige beschikking op „dat deel der verzoeken en wij ontraden de inwilliging „daarvan zeer beslist. „Met betrekking tot punt b der verzoeken, wil het ons „voorkomen, dat eene proef met het houden van de kermis, „zooals in 1907 is bepaald en nog slechts eenmaal, in 1908, „is genomen, niet beslissend mag zijn voor een oordeel en „zeker geen reden kan zijn, om reeds nu den ouden toe stand te herstellen. Het ongunstige weder, de slechte „tijdsomstandigheden en het nieuwe of ongewone van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 86