30 Januari 1909.
9
o, in dato 21 Januari 1909, G, n°. 157, waarbij de aan
slag van H. W. Robeer wordt teruggebracht van
ƒ22,33 tot /'16,475, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van 935,
p. in dato 21 Januari 1909, G, n°. 158, waarbij de aan
slag van A. Lindhout wordt teruggebracht van
16,94 tot 10,78, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van 850,
q. in dato 21 Januari 1909, G, n°. 159, waarbij de aan
slag van M. J. Boeren wordt teruggebracht van
23,87 tot ƒ17,865, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van ƒ980,
in dato 21 Januari 1909, G, n°. 160, waarbij de aan
slag van C. van der Made wordt teruggebracht van
ƒ7,70 tot ƒ4,005, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van 530,—
s. in dato 21 Januari 1909, G, n°. 161, waarbij de aan
slag van B. Wijma wordt teruggebracht van ƒ16,94
tot ƒ12,32, berekend naar een vermoedelijk inkomen
van 800,—
t. in dato 21 Januari 1909, G, n°. '162, waarbij de aan
slag van J. G. Rietveld wordt teruggebracht van
ƒ15,40 tot 10,01, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van ƒ825,en
u. in dato 21 Januari 1909, G, n°. 163, waarbij de aan
slag van J. J. Straus wordt teruggebracht van 10,78
tot ƒ8,775, berekend naar een vermoedelijk inkomen
van 785,—.
De voorzitter stelt voor al deze beschikkingen
eveneens voor kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
5. Rapport van den heer dr. J. E. van den Arend over
het onderzoek van het gas der gemeentelijke gasfabriek
gedurende de maand December j.l., luidende als volgt