2 April 1910.
103
„voor eene in de omgeving passende bebouwing, zooals
„ten aanzien der rooilijn, het hoogtepeil, de gevelhoogte
„en andere met betrekking tot het bouwplan, voorts om-
„trent de minimum-huurwaarde der woningen, de rioleering
„enz. Het is dan echter wenschelijk, dat er algemeene
„bekendheid aan gegeven worde, dat er voor het verkrij-
„gen van vergunning tot het maken van uit- of overweg
„op gemeentegrond, ten opzichte van de hierboven aange
geven punten, eischen zullen gesteld worden en daarvoor
„is noodig een raadsbesluit.
,,0p het oogenblik is nog niet te voorzien, hoe de toe
stand zich achter en voorbij den watertoren langs den
„Wilhelminasingel zal ontwikkelen, doch aan de verlengde
„Koninginnestraat, waaronder wij dan verstaan het deel
„tusschen de Koninginnestraat en het cavalerieterrein, staan
„reeds enkele huizen. Wij zouden daarom voorshands ver
dunningen tot het maken van uit- of overwegen op ge
meentegrond alleen willen verleend zien aan de verlengde
„Koninginnestraat hierboven omschreven. Tenzij er door
„U de voorkeur aan gegeven wordt om zelf de voorwaar
den vast te stellen, waaronder die vergunningen zullen
„verleend worden, in welk geval wij een ontwerp daarvoor
„zullen indienen, hebben wij de eer U voor te stellen ons
„te machtigen die vergunningen te verleenen onder nader
„door ons in overleg met de bouwcommissie te stellen
„voorwaarden, waarbij ten aanzien der hierboven aange
duide punten de noodige eischen gesteld worden."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-
advies in het overgelegde ontwerp-besluit kan vereenigen.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
28. Prae-advies van burgemeester en wethouders op
het adres van de afdeeling „Breda" van de r.-k. vereeniging
van den handeldrijvenden en industrieelen middenstand,
genaamd „de Hanze", om oprichting van een handelscursus
in deze gemeente, luidende als volgt