104 2 April 1010.
„Onder wederaanbieding van het adres der afdeeling
„„Breda" van de r.-k. vereeniging van den handeldrijvenden
„en industrieelen middenstand, genaamd „de Hanze", om
„oprichting van een handelscursus alhier, hetwelk door U
„om prae-advies in onze handen werd gesteld, hebben wij
„de eer U te berichten, dat wij met de strekking daarvan
„volkomen instemmen.
„Na kennis genomen te hebben van de inrichting van
„verschillende handelcursussen, zooals die reeds elders be-
staan en van de kosten, welke daarmede gepaard gaan,
„zijn wij van meening geworden, dat ook te dezer stede
„een handelscursus bestaanbaar is zonder voor de gemeente-
financiën al te bezwarend te zijn, mits hij op eenvoudigen
„voet worde ingericht en de daarvoor gebruikelijke steun
„van rijk en provincie worde verkregen.
„Afgaande op de bestaande behoefte aan handelsonder
wijs en de maatschappelijke positie van hen, voor wie de
„cursus bestemd moet zijn, meenen wij, dat een avond
hoven een dagcursus voor onze gemeente verre de voor-
„keur verdient, ook al omdat het onderwijs dan kan ge-
geven worden in lokalen van een der gemeente-scholen.
„De cursus zou o. i. een tweejarige moeten zijn en het
„onderwijs zou moeten gegeven worden gedurende vijf
„avonden per week met drie lesuren per avond. Indien
„daarbij het cursusjaar gesteld wordt op negen maanden
„zonder andere vacantie dan enkele noodzakelijke avonden,
„is het mogelijk verzuim van lessen grootendeels te voor
komen door gedurende een tweetal zomermaanden en
„eene wintermaand, welke zich minder goed leenen voor
„avond-onderwijs of wel vele beletselen tegen de bijwoning
„der lessen opleveren, geen onderwijs te geven.
„Tot den cursus zouden moeten worden toegelaten zon-
„der examen en desverlangd voor alle vakken, zij, die de
„hoogste klasse van de eerste openbare school of eene
„daarmede gelijkstaande onderwijsinrichting hebben door-
„loopen en zij die den 15-jarigen leeftijd hebben bereikt
„en omtrent wie uit een in te stellen onderzoek blijkt, dat
