2 April 1910. 105 „zij het onderwijs met vrucht kunnen volgen, zoo niet in „alle, dan toch in de verplichte vakken. Het onderzoek „moet loopen over lezen, stellen, rekenen en aardrijkskunde „en over de taal of talen, waarvoor men zich aangemeld heeft. „Het verdient aanbeveling om te bepalen, dat de cursus „uitsluitend toegankelijk is voor ingezetenen der gemeente, „mits dit geen beletsel oplevert voor de verkrijging van „rijkssubsidie, waaromtrent wij ons hebben geïnformeerd, „doch tot heden de gevraagde inlichtingen nog niet mochten „ontvangen. Door die bepaling toch zal de vorming van „te groote of van parallelklassen worden voorkomen en „het onderwijs meer hoofdelijk en vruchtdragend kunnen „zijnde gemeente-kas wordt dan niet bezwaard met uit gaven, welke ten laste van andere gemeenten behooren „te komen. „Als verplichte leervakken zouden wij willen aangemerkt „zien boekhouden, handelsrekcnen, de beginselen van han delsrecht en staathuishoudkunde, handelsaardrijkskunde, „Nederlandsche handels-correspondentie en schrijvenals „onverplichte vakken Fransch, Duitsch en Engelsch, bene- „vens de correspondentie in die talen. „De betaling van schoolgeld moet vallen binnen het bc- „reik van zeer velen, mag daarom niet te hoog zijn en zou „kunnen bedragen f 2,50 per drie maanden voor de ver plichte vakken en f 3,50 per drie maanden voor de „verplichte en één of meer der onverplichte vakken, zoodat „het schoolgeld per cursusjaar bedraagt f 7,50 of f 10,50 „naar gelang van het aantal vakken onvermogenden zullen „geheel en minvermogenden voor de helft moeten worden „vrijgesteld. „Het beheer van den cursus zal moeten berusten bij ons „college, doch het toezicht moet mede worden uitgeoefend „door eene commissie uit ingezeten, bekend met de behoef den van den handeldrijvenden en industrieelen middenstand, „met b.v. een tweetal leden van den raad, opdat daardoor „belangstelling voor het onderwijs worde gewekt, wat aan „het welslagen niet weinig bevorderlijk zal zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 105