2 April 1910.
107
verwezenlijkt, en waardoor tevens voldaan wordt aan den
wensch van de gansche burgerij. Spreker vertrouwt, dat
de burgerij niet zal achterblijven en een goed gebruik van
deze inrichting zal maken. Dat de school noodzakelijk is,
blijkt wel hieruit, dat in den afgeloopen winter door den
heer Van den Eeden alhier een cursus is gegeven voor
19 leerlingen.
De heer MEEUWESEN, zich gaarne aansluitende bij de
hulde van den heer Smits, vraagt, of het de bedoeling is
de leervakken Fransch, Duitsch en Engelsch geheel facul
tatief te stellen en of de kosten daardoor niet hooger
zullen worden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat als leiddraad
is gevolgd het programma en de kostenberekening van den
cursus, zooals die het vorig jaar o.a. te Nijmegen is inge
steld. Spreker dankt intusschen voor de gebrachte hulde
en deelt mede, dat nog is ingekomen een schrijven van
den inspecteur van het middelbaar onderwijs, waaruit blijkt,
dat Breda snbsidie kan krijgen zonder verplichting, om
buitenleerlingen tot den cursus toe te laten. De buiten
gemeenten kunnen zich vereenigen en samen eene school
oprichten, hetgeen wel te verwachten is, waar zij op andere
punten zoo dikwijls samengaan.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders.
29. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant, d.d. 20 Maart 1910, G, n°. 175/178, houdende
goedkeuring van vier kohieren van de plaatselijke belasting
wegens gebruik van openbaren gemeentegrond.
De voorzitter stelt voor, dit besluit voor kennis-
aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.