2 April 1910.
109
De voorzitter stelt voor, dit proces-verbaal voor
kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
32. Suppletoir kohier van aanwezige beerputten in den
openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2,
sub D van de verordening op de heffing van een recht
voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vast
gesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedge
keurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, n°. 61.
Zonder bedenking wordt gemeld kohier vast
gesteld op een bedrag van f 0,50.
33. Adres van de weduwe L. C. Kloppers alhier, daarbij
ontheffing verzoekende van art. 14 der bouwverordening
voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen eener
bergplaats op het perceel aan de Beekstraat 18, kada
straal bekend sectie A, n°. 5647.
De voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in
handen van burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
34. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat enkele
maanden geleden door hem gevraagd is om afsluiting van
de bruggen, wanneer die voor het doorlaten van schepen
geopend worden. Spreker vraagt, of dit weldra in orde
zal komen.
Op de tweede plaats vraagt spreker, of het rapport van
de commissie van onderzoek in zake de ramp van de
Brugstraat binnenkort kan worden tegemoet gezien.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het eerste
punt nog in onderzoek is en dat, wat de tweede vraag
betreft, het rapport wel bij burgemeester en wethouders