122 Is 29 April 1910. „in verband met het daarbij betrokken gemeentebelang, „aan het uitvoerend bestuur eene bijdrage te verleenen „uit de gemeentekas van 100,—. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer VAN KEPPEL zegt, dat hij van ganscher harte zal stemmen tegen het prae-advies. Spreker herinnert eraan, hoe de raad, toen de eerste maal de beker was toegestaan, in eene der volgende zittingen tot de onaangename ontdek king kwam, dat hij, ronduit gezegd, er eigenlijk ingeloopen was. Er waren toen vier bekers tegelijk aangevraagd, terwijl de raad in de meening verkeerde, dat het slechts één beker betrof. De gemeente heeft toen 4 jaar achtereen een beker gegeven van f 150,zoodat nu de beurt aan een ander komt. Waar het hier geldt eene vereeniging, die enkel bestaat uit gentlemen, gaat het niet aan, de gelden der gemeente te bestemmen, om een mogelijk kastekort te helpen dekken. Iets anders is het, als blijk van belangstelling een beker te geven, die als prijs beschikbaar wordt gesteld. De heer VAN DEN BRINK heeft zooeven het woord „gentlemen" hooren bezigen, doch het vorig jaar heeft deze vereeniging een vrij democratischen maatregel genomen, door ook plaatsen beschikbaar te stellen tegen eenentiée van 10 cent. Spreker hoopt, dat het dit jaar weer gebeuren zal en is dan niet tegen het verleenen der subsidie. De voorzitter zegt, dat dit weer gebeuren kan en vertrouwt, dat de vereeniging aan een dergelijk verzoek wel voldoen zal. Spreker wil zich niet verdiepen in de vraag, of de gemeenteraad bij den neus genomen is. Het is thans enkel de vraag, of de vereeniging werkt in het belang van het vreemdelingenverkeer. Die vraag moet ongetwijfeld bevestigend worden beantwoord zelfs door den heer Van Hulten is er in de vorige vergadering nog op gewezen, dat het concours-hippique hier vreemdelingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 122