124 29 April 1910.
„Blijkens het hierbijgaand adres heeft zich hier ter stede
„eene commissie gevormd uit de verschillende kegelver-
„eenigingen, met het doel, om ter gelegenheid van het
„zomerfeest der kon erk. vereeniging „Bonus Eventus"
„een grooten internationalen kegelwedstrijd te houden op
„een terrein van „Oud-Breda."
„Deze commissie verzoekt alsnu, op in het adres nader
„aangeduide gronden, om ten behoeve van den korpswed-
„strijd, welke geheel kosteloos zal gehouden worden, een
„zilveren lauwerkrans vanwege de gemeente als hoofdprijs
„beschikbaar te willen stellen.
„Uit het feit, dat de verschillende kegelvereenigingen
„hier ter stede hand aan hand gaan en zich geheel belan
geloos hebben beschikbaar gesteld, om het wel
slagen van het zomerfeest der vereeniging „Bonus Even-
Sus" zooveel mogelijk te helpen bevorderen, mag worden
„afgeleid, dat de betrokken commissie niets onbeproefd
„zal laten om de wedstrijden zoo aanlokkelijk mogelijk te
„maken en het vreemdelingenbezock in die dagen zoo
„groot mogelijk te doen zijn.
„Op grond van een en ander meenen wij uwen raad
„in overweging te moeten geven, voor den hierbedoelden
„korpswedstrijd van gemeentewege een zilveren lauwer
krans beschikbaar te stellen ter waarde van hoog
stens ƒ50,—."
De voorzitter vraagt of de raad zich met dit prae-
advies kan vereenigen.
De heer VAN HULTEN zegt, dat hem uit alles blijkt,
dat het zomerfeest een ontzaglijk succes zal zijn voor
„Bonus Eventus", maar er blijkt niet, dat ook de burgerij
hiervan zal profiteeren. Spreker vraagt, of burgemeester
en wethouders de bezwaren overwogen hebben, welke door
spreker in de vorige vergadering zijn te berde gebracht.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
