22 Januari 1910. De aanhef van artikel 2 wordt gelezen De bezoldiging der ambtenaren, sub a f enz. Tusschen de tweede en derde zinsnede van artikel 2 wordt ingevoegd een nieuw lidluidende van den adjunct-inspecteur eene aanvangsjaarwedde van f 900,welke door drie-jaarlijksche verhoogingen, telkens van f 100,kan worden gebracht op f 1200, De aanhef van artikel 5 wordt gelezen De adjunct-inspecteur, de hoofdagenten en de agenten enz. De voorzitter vraagt, of de raad zich met de voor gestelde wijzigingen kan vereenigen. Spreker voegt erbij, dat dan tevens aan het verlangen van den heer Sassen zal worden voldaan, om het in de vorige vergadering aange nomen voorstel tot uitbreiding van het politiekorps in zijn geheel in de notulen van deze vergadering op te nemen. Zonder bedenking wordt het hierboven genoemd voorstel goedgekeurd. Het betrekkelijke voorstel tot uitbreiding van het politie korps is van den volgenden inhoud „Het politiekorps bestaat thans krachtens de verordening „van 1 Juni 1907 Gemeenteblad van dat jaar n°. 151) uit: „1 inspecteur, 1 schrijver, 5 hoofdagenten, 10 agenten 1° „klasse, 22 agenten 2e klasse. „In 1896, toen ondergeteekende hier ter stede in functie „trad, bestond het korps uit 1 inspecteur, 5 hoofdagenten „en 27 agenten van politie, waaruit volgt, dat het aantal „agenten in de jaren 1896—1907 is uitgebreid met slechts „5 agenten en 1 schrijver. „In 1897, toen de dienst der politie opnieuw georgani seerd en de gemeente in 8 politiewijken verdeeld werd) „was de toestand reeds van dien aard, dat in het gemeente verslag over dat jaar geconstateerd moest worden „dat „„bij gebrek aan voldoend personeel, de 8 politiewijken „„gedurende den dag nimmer behoorlijk bezet konden „„worden".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 12