1.30 '29 April 1910.
zen. Bezoek b.v. het departement van binnenlandsche
zaken en de stedelijke kantoren te Rotterdam en Amsterdam.
Daar is de toestand veel slechter dan hier.
Het komt spreker derhalve voor, dat de tegenwoordige
lokalen nog geruimen tijd in de behoeften zullen voorzien
en dat derhalve geene nieuwe uitgaven mogen plaats hebben.
Maar ook, al zou verbouwing noodig zijn, dan nog zou
spreker terugschrikken voor de uitgaven. Het betreft hier
weer een bedrag van f 45 000,—.
In de laatste jaren heeft de gemeente voor aankoop van
huizen en gronden en voor verbouwingen uitgegeven een
bedrag van f *22'2 986,waarbij nog gevoegd moet worden
de toegezegde bijdrage van f 100 000,ten behoeve van het
Wilhelminakanaal, maakt alzoo een totaal van f 322 986,
Nu is het waar, dat niet al die uitgaven uit lecningen
zijn bestreden, maar zij komen toch uit den zak van de
burgerij. Wel kan daartegenover gesteld worden, dat de
baten uit den hoofdelijken omslag belangrijk beter zijn dan
vroeger, maar er zijn ook andere baten, die verminderen.
In 1903 gaf de gemeente-reiniging nog een overschot van
f 5 000,in 1909 daarentegen een nadeelig saldo van
f 2 800, een verschil alzoo van fl 800Ook het tekort
van het pensioenfonds groeit elk jaar aan. Deze verliezen
doen derhalve de baten van den hoofdelijken omslag ver
minderen.
Spreker heeft een lijst samengesteld van de verschillende
buitengewone uitgaven in de laatste jaren, welke niet pro
ductief zijn, en waarbij hij komt tot het zooeven genoemd
bedrag van f 322 986, Om de vergadering niet langer
op te houden dan noodig is, meent spreker eene opsom
ming van die lijst achterwege te kunnen laten, doch wenscht
te eindigen met de conclusie, dat de thans voorgestelde
uitgaaf niet noodzakelijk en niet wenschelijk is.
De heer VAN HULTEN zegt, dat de heer Scheltus
ongeveer alles heeft medegedeeld, wat hij in het midden
heeft willen brengen.