29 April 1910.
131
Ook spreker meent, dat het niet aangaat, meerdere
kosten te maken, dan beslist noodzakelijk is. De bevolking
der gemeente gaat niet vooruitzij is sedert 1900 slechts
toegenomen met 1(300 inwoners. Daarentegen stijgen de
belastingen en klom de hoofdelijke omslag van ƒ88 000,—
op 118 000,-.
In het voorstel wordt gezegd, dat de controleur der
belastingen een kantoor ten stadhuize moet hebben. Spreker
acht dit onnoodig. Voor zijne administratieve werkzaam
heden behoort hij ten kantore van den gemeente-ontvanger,
terwijl voor het overige zijn werkkring op straat is.
Spreker heeft de ambtenaren der belastingen bezig gezien
met het invullen van kaarten. Dat is monnikenwerk. Als
zij schrijfwerk te verrichten hebben, kunnen ze best op de
secretarie komen. Deze is groot genoeg voor twee kantoren.
De geldmiddelen der gemeente zijn te beperkt voor al
die groote uitgaven.
Reeds lang is spreker van meening, dat het met het
gemeentelijk politiek stelsel hier ter stede niet pluis is.
Er wordt gezegd, Breda is eene garnizoensstad, Breda is
eene luxe-stad. Daarmede moet rekening worden gehouden.
Spreker wenscht echter de vraag te stellen, waar hier de
luxe is. Nergens, tenzij in de gemeente-huishouding. Ook
van het garnizoen profiteert Brtda niet. Alleen het zakgeld
van de militairen komt bij de kasteleins. Verder niets.
Wel vordert het garnizoen groote offers van de gemeente.
Daaraan heeft Breda o.a. de dubbele hoogere burgerschool
te danken.
Ook de uitgaven voor het gemeentebestuur zijn niet in
verhouding tot andere plaatsen. Deze bedragen te Breda
in ronde cijfers ƒ37 000,—, in s-Hertogenboschmet 7 000
inwoners meer, ƒ34 000,— en in Tilburgmet 23 000 in
woners meer, ƒ30 000,De uitgaven voor de politie be
dragen te Bredain ronde cijfers ƒ33 000,in 's-IIerto-
genbosch ƒ34 000, - en in Tilburg ƒ30 000,Die uitgaven
noemt spreker verschrikkelijk. Dat komt, wijl het personeel
hier te groot is. Ook de bewapening bij de politie is een-