29 April 1910. 133
•tv
Spreker denkt dan ook geheel anders over het plan en
heeft tot zijn genoegen gezien, dat het niet praejudicieert
op grootere plannen, maar alleen in de dringendste be
hoeften voorziet.
Ook is het ontwerp niet luxurieus, maar in soberen
stijl, regelmatig en goed.
Als spreker ééne opmerking wilde maken, dan is het
deze, dat het te bejammeren is, dat het plan niet is opge
nomen in de begrooting voor het volgend jaar. Het had
dan meer uitvoerig in de sectiën kunnen besproken wor
den. Dat neemt intusschen niet weg, zal hij toch van gan-
scher harte voor het voorstel zal stemmen.
De heer MEEUWESEN is steeds voor bezuiniging, maar
het geldt hier eene hoogst noodige voorziening. In de hier
bedoelde localiteiten had al jaren geleden moeten voorzien
zijn. Dat dit tot dusver niet gebeurd is, is geen reden, om
de zaak nog langer uit te stellen. Hoezeer men ook de
zuinigheid betrachten wil, moet toch voldaan worden aan
de meest noodzakelijke eischen.
Toen indertijd het pand aan de Vcemarktstraat werd
aangekocht voor politiebureau, heeft men wel degelijk
rekening gehouden met de omstandigheid, dat het stadhuis
moest worden uitgebreid. Het zou dus inconsequent zijn,
thans niet tot die uitbreiding over te gaan.
Spreker heeft gezien, dat de begrooting bedraagt
/'13 66Ü,Nu is het meermalen gebleken, dat dergelijke
begrootingen tamelijk veel worden overschreden. Dat is
o.a. gebeurd met de verbouwing van het politiebureau en
de ambachtsschool. Spreker wenscht derhalve aan het
deskundig lid van de bouwcommissie de vraag te stellen,
of hij de begrooting heeft onderzocht en het werk voor
het geraamde bedrag kan worden uitgevoerd en tevens,
of er later nog niet andere posten zullen bijgevoegd moe
ten worden.
De heer LIJDSMAN antwoordt hierop, dat het niet te
verwachten is, dat de begrooting zal worden overschreden