29 April 1910.
141
„Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen om over
eenkomstig den inhoud van voormeld schrijven d.d. 20
„April j.l. te besluiten".
De hierbedoelde brieven van het4 bestuur der Groote
Sociëteit zijn van den volgenden inhoud
„Breda, 8 April 1!M0.
„Aan
heeren burgemeester en wethouders
der gemeente Breda.
„Edelachtbare heeren.
„Namens het bestuur der Groote Sociëteit nemen onder-
„geteekenden beleefd de vrijheid het navolgende ter uwer
„kennis te brengen
„dat het pachtcontract, waarbij de gemeente Breda aan
„genoemde sociëteit in huur afstaat het paviljoen in het
„Valkenberg, onder voorwaarden, dat jaarlijks aldaar zullen
„gegeven worden 16 concerten en eene huursom van
100,aan de gemeente Breda zal worden betaald, te
„bezwarend blijkt voor de financieele draagkracht der
„Groote Sociëteit
„dat genoemde sociëteit alles heeft beproefd het contract
„te kunnen bestendigen, doch zonder resultaat
„dat de leden der sociëteit en van het paviljoen door
„hunne afwezigheid op de duidelijkste wijze hebben be-
„wezen geen belang meer te stellen in de concerten in
„het paviljoen gegeven
„dat echter de mogelijkheid niet is uitgesloten voor de
„gemeente zelve eene rendable exploitatie te bedenken,
„vooral met het oog op de thans bestaande gebouwen en
„tennisbaan
„Redenen waarom adressanten Uedelachtbaren beleefd
„verzoeken het daarheen te willen leiden, dat eene voor
„beide partijen bevredigende oplossing worde gevonden.
{get.) J. IngenHousz-Bootz, voorzitter.
(get.) H. SlNNlGEN, secretaris."
