29 April 1910.
- A 143
„a. dat het verdwijnen van een zoo schilderachtig ge-
legen ontspanningsterrein zeer te betreuren zoude
„zijn
„b. dat bedoeld paviljoen met tuin zich zeldzaam eigent
„tot het maken van een kinderspeeltuin
„e. dat bij ecne oordeelkundige exploitatie het paviljoen
„zeker, zij het dan ook een bescheiden winst voor
„de gemeente kan opleveren.
,,'t Welk doende enz.
„(get.) J. IngenHousz-Bootz, voorzitter,
„(get.) H. Sinnigen, secretaris
De voorzitter, dit voorstel aan de orde stellende,
wijst erop, dat onder punt 6, wat betreft de overname van
den opstal, ook begrepen is de geheele inventaris.
De heer VAN HULTEN zou reeds direct het heele pa
viljoen willen overnemen. Alle motieven, welke voor later
worden aangevoerd, gelden ook voor thans. De gemeente
kan het dan, onder nader te stellen voorwaarden, ver
pachten. Daardoor zal in eene bepaalde behoefte worden
voorzien.
Het park is heel mooi, maar het paviljoen ontsiert het
thans. De werklieden, die des Zondags willen gaan wan
delen, moeten nu naar het Mastbosch. Als het paviljoen
voor het publiek toegankelijk is, kunnen zij daar een glas
bier gaan drinken. Ook verschillende vereenigingen kun
nen er uitvoeringen geven. Als de zaak goed aangepakt
wordt en daar is kans op dan kan ze heel wat
voordeel voor de gemeente opleveren. En die voordeelen
zou men kunnen aanwenden voor subsidieering van wed
strijden en dergelijke.
De heer VAN KEPPEL zegt, dat het voorstel hem nog
niet heel duidelijk is. Wie zal het paviljoen onderhouden
Spreker vreest, dat het, bij aanneming van het voorstel,
nog in een meer deplorabelen toestand zal geraken. De