150 l/v U 29 April 1910. 27. Bezwaarschrift van E. A. van Stokkom alhier, tegen zijn aanslag in het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. Bij dit adres is gevoegd'een prae-advies van burgemeester en wethouders, strekkende om den aanslag te handhaven. De voorzitter stelt voor om, overeenkomstig dit prae-advies, eveneens afwijzend op het verzoek te beschikken. Waartoe besloten wordt. 28. Schrijven van de commissie van beheer van de bank van leening alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening en verantwoording van gemelde instelling over het jaar 1909. De voorzitter stelt voor, deze rekening ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden en daartoe tot benoeming over te gaan. De heer J. M. INGENHOUSZ zegt, dat de raad thans weer voor hetzelfde feit komt te staan als in de vorige vergadering, n.l., dat gestemd moet worden zonder eenigen leiddraad. Spreker is het er geheel mede eens, en zeker ook wel het grootste gedeelte van den raad, dat de voor zitter den juisten weg bewandeld heeft, toen hij voor de commissie liet stemmen. Maar dat neemt niet weg, dat anderen, buiten den raad, deze handeling hebben genoemd infra dignitatem, een woord, dat beter zou passen op andere handelingen. Om dergelijke opmerkingen echter voor het vervolg te voorkomen, zou spreker in overweging willen geven de oude methode weer ter hand te nemen. De heer VAN DEN BRINK vindt het eene zeer goede methode,' om steeds te stemmen en volstrekt niet beneden de waardigheid van den raad, zooals door zeker dagblad hier ter stede is beweerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 150