15 i
29 April 1910.
meester en wethouders binnenkort eene groote jacht te
doen maken op losloopende niet-aangegeven honden.
5. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord gevraagd
en verkregen hebbende, vraagt, of het verslag van den
keuringsdienst, hetwelk onlangs verschenen is, in de eerst
volgende vergadering in bespreking zou kunnen worden
gebracht. Er komen verschillende punten in voor, waar
mede spreker het volstrekt niet eens is.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het niet moge
lijk is aan dit verzoek te voldoen. Voor de noodige inlich
tingen kan de heer Van Hulten zich wenden tot den
directeur van den keuringsdienst.
De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke
alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.