21 Mei 1910. }v157
2. Schrijven van de commissie van bestuur van het
pensioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne wedu
wen en weezen, daarbij aanbiedende de rekening en ver
antwoording van de ontvangsten en uitgaven over het
dienstjaar 1909.
De voorzitter stelt voor, deze rekening tot onder
zoek te stellen in handen eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van
den raad, dat de voorzitter die commissie
leden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig
benoemd de heeren Heijlaerts, Staal en A. F.
Smits.
3. Schrijven van het college van regenten van het
oude-mannenhuis te Breda, d.d. 9 Mei '1910, daarbij aanbie
dende de rekening van ontvangsten en uitgaven van gemeld
gesticht over het dienstjaar 1909.
De voorzitter stelt voor, deze rekening eveneens
tot onderzoek te stellen in handen eener commissie van
drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van
den raad, dat de voorzitter die commissie
leden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig
benoemd de heeren Verschraage, Bi.oemarts en
Lijdsman.
4. Schrijven van mevrouw de wed. P. W. Paijens,
houdende kennisgeving van het overlijden op 30 April j.l.
van haar echtgenoot, in leven directeur der gasfabriek en
waterleiding.
De voorzitter zegt, dat dit schrijven door burge
meester en wethouders bereids met een brief van rouw
beklag is beantwoord en dat zij gemeend hebben hierdoor
in den geest van den raad te handelen, en stelt derhalve
voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.