'21 Mei 1910.
159
9. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij,
met overlegging van een voorstel van de bijzondere com
missie voor de tramzaken, in overweging gevende, om de
concessie voor den aanleg en de exploitatie van een paar-
dentramweg vanaf het einde der Boschstraat tot aan de
grens der gemeente Teteringen, verleend bij raadsbesluit
van 5 Juli 1902, vervallen te verklaren, op grond van het
bepaalde sub b van art. 29 der concessievoorwaarden,
waardoor het bereids gestorte waarborgkapitaal ad ƒ500,—
aan de gemeente vervalt, ingevolge het bepaalde sub b
van art. 50 der concessie-voorwaarden.
De voorzitter vraagt, of de raad zich eveneens met
dit voorstel kan vereenigen.
Niemand hiertegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
10. Adres van mej. E. M. C. Bogaerts alhier, verzoe
kende intrekking van het raadsbesluit van 2 April j.l.,
waarbij haar, op haar verzoek, met ingang van 1 Juni a s.
eervol ontslag werd verleend als onderwijzeres aan de
openbare tusschenschool aan de Nieuwehuizen alhier.
Bij dit adres is gevoegd een prae-advies van burge
meester en wethouders, waarin, met het oog op de bijzon
dere omstandigheden, waarin adressante verkeert, wordt
voorgesteld aan het verzoek gevolg te geven.
Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goed
gekeurd.
11. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij,
met oveflegging van het advies van den arrondissements
schoolopziener en van het ingewonnen bericht van het
hoofd der school, ter benoeming tot onderwijzeres in de
nuttige handwerken voor meisjes aan de openbare tusschen
school aan de Nieuwehuizen alhier, voordragende
le. mej. W. F. J. de Haan.
2e. mej. W. Speekenbrink.
3e. mej. C. J. H. Stubenrauch.