22 Januari 1910. 15 „dan meen ik met het vorenstaande voldoende te hebben „aangetoond, dat het aantal politiewijken noodzakelijk uit gebreid moet worden. „Ware het niet, dat UEd.Achtb. bij uwe opdracht mij „op het hart hadt gedrukt, dat het plan tot uitbreiding tot „het uiterst noodzakelijke moet beperkt blijven, dan zou „ik beslist voorstellen, de gemeente in minstens 12 politie- „wijken te verdeelen. „Thans echter heb ik de gemeente ingedeeld in 10 „politiewijken, en deze indeeling gelieve U als bijlage A „hierbij gevoegd aan te treffen. „Als bijlage B vindt U hierbij de indeeling der wijken „op eene plattegrondsteekening der gemeente en als bijlage „C de indeeling der 8 wijken, zooals die thans besurveil- „leerd worden. „Bij de indeeling der wijken is van het beginsel uitge daan, dat de wijken 9 en 10 besurveilleerd worden van „af den politiepost Haagdijk, de wijken 7 en 8 van af een „te stichten politiepost in de buurt van het gerechtsgebouw „aan de Boschstraat, de wijken 5 en 6 van af een te „stichten politiepost in de buurt van de Wilhelminastraat „en de wijken 1, 2, 3 en 4 van af het hoofdbureau. „Deze te stichten politieposten acht ik noodig om ver schillende redenen „1°. Wordt hierdoor het voordeel verkregen, dat de „agenten van politie in de onmiddellijke nabijheid van hun „aflossingspunt (het begin eener wijk of ronde) zijn, en er „dus geen tijd verloren wordt door het gaan van den „weg van het hoofdbureau naar het aflossingspunt. „2e. Omdat het brengen van arrestanten uit een der „straten in de bij den politiepost behoorende wijken, van- „wege den afstand naar het hoofdbureau, te bezwarend is, „zoowel voor den betrokken agent van politie als wel voor „den arrestant. „3° Omdat bij spoedige in bewaringstelling aan een „politiepost van beschonken personen, heel wat schandaal „op den openbaren weg voorkomen wordt, en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 15