22 Januari 1910. „4e. Omdat het publiek, wonende in de beide wijken, „behoorende tot den politiepost, in geval van nood, onmid- „dellijk politiehulp bij de hand heeft, daar steeds één agent ,,in den politiepost aanwezig is. „Door het plaatsen van een slangenwagen in iederen „politiepost wordt bovendien het gevaar voor uitbreiding „van brand in hooge mate voorkomen. „Aan ieder der posten zou aanwezig moeten zijn een „rijwiel, ten einde daarmede een der tot den post behoorende „wijken te laten besurveilleeren. „De wijken toch zijn zeer uitgestrekt, hetgeen niet anders „kan wegens het gemis aan voldoende bruggen, en zouden „per rijwiel minstens 2 maal per uur kunnen besurveilleerd „worden. „Bij ongunstig weer, wanneer geen rijwiel kan gebruikt „worden, kunnen de singels, die nog niet bebouwd zijn, „onbesurveilleerd gelaten worden. „Om deze 10 politiewijken dag en nacht besurveilleerd te „hebben twee uren surveillance tegen een uur rust voor „iederen politie-agent heeft men noodig 30 agenten. „Daarbij komen dan „2 in plaats van 3 agenten post-Station. (Een gedeelte, „thans besurveilleerd door de agenten aan dien post, is „opgenomen in een der 10 wijken.) „1 agent bureaudienst (aan het nieuwe bureau tevens „belast met de bediening der centrale verwarming). „2 agenten Valkenberg. (1 is te weinig, omdat dan niet „kan worden afgelost en het Valkenberg tot des nachts „één uur moet besurveilleerd worden, in verband met de „vaak daarin aanwezige publieke vrouwen). „2 agenten ziek en 1 agent verlof. „Dit maakt dus een totaal van 38 agenten. „Blijft nu de vrije dag bepaald op twee in de maand, „dan zouden iederen dag 3 agenten moeten vrij hebben, „en werd het totaal agenten dus 41, d.i. eene vermeerdering „van 9 agenten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 16