21 Mei 1910.
171
21. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij,
in overleg met de commissie van bijstand in het beheer
der gasfabriek en waterleiding, voorstellende de jaarwedde
van den nieuw te benoemen directeur der gasfabriek en
waterleiding vast te stellen op ƒ13200,— met 0 jaarlijksche
verhoogingen van ƒ100,benevens vrije woning, te stellen
op ƒ400, - zonder meer, en van het bedrag der bezoldiging
te brengen 4/5 gedeelte ten laste der gasfabriek en x/6
gedeelte ten laste der waterleiding.
De voorzitter vraagt of de raad zich met dit voor
stel kan vereenigen.
Den heer TEYCHINÉ komt het wenschelijk voor, het
traktement te verminderen en vast te stellen op 2500,
met 7 jaarlijksche verhoogingen van 100 plus vrije woning.
Spreker meent, dat daarvoor wel geschikte sollicitanten
zullen komen opdagen zelfs civiel-ingenieurs zijn er voor
te krijgen.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders
inlichtingen hebben gevraagd in verschillende andere plaatsen
en dat dan Breda volstrekt niet vooraan staat. Tilburg o.a.
betaalt aan den directeur der gasfabriek ƒ3800,en 's-IIer-
togcnbosch 3750,-- plus vrije woning, gas en water en
restitutie van de personeele belasting naar de eerste drie
grondslagen. En daar is geen waterleiding bij. De reden,
waarom het dagelijksch bestuur eene jaarlijksche verhooging
voorstelt, is gelegen in de omstandigheid, dat de titularis
in de eerste vijf jaren eene hooge pensioensbijdrage heeft
van 121/3 Spreker meent, dat voor eene lagere bezol
diging dan de voorgestelde onmogelijk een geschikt persoon
zal te vinden zijn.
De heer TEYCHINÉ meent, dat Tilburg en Den Bosch
als zij een nieuwen directeur moesten benoemen, ook wel
tot vermindering van salaris zouden overgaan.