21 Mei 1910. 'i 175 576,15, wegens aandeel in de herstellingskosten van de Engelandsche brugen b. in dato 12 Mei 1910, G, n'. 118, houdende goed keuring van het raadsbesluit van 29 April j.l., om te brengen ten laste van hoofdstuk VIII, artikel 1 der begrooting van uitgaven voor 1910, de volgende posten: Bijdrage' aan het uitvoerend bestuur van het con cours hippiquef 100, Aankoop van een zilveren lauwerkrans, ten behoeve van de kegelwedstrijden op „Oud-Breda"- 50, Samen f 150, De voorzitter stelt voor, deze besluiten eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 28. Schrijven van de gedeputeerde staten voornoemd, d.d. 12 Mei 1910, G, n°. 121, houdende verdaging der be slissing op het raadsbesluit van 29 April j.l. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening van f 150 000,met verzoek dienaangaande nader te worden ingelicht. De voorzitter zegt, dat dit schrijven te laat is in gekomen, om nog op de agenda te worden geplaatst. Met het oog hierop, dat hij de zaak eenige haast is, hebben burgemeester en wethouders bereids een ontwerp-antwoord vastgesteld, hetwelk wordt voorgelezen en luidt als volgt: „Naar aanleiding van het hiernevens aangehaald schrijven „en met terugzending van het daarbij gevoegd raadsbesluit, „hebben wij de eer U, namens den gemeenteraad, het „volgende te berichten. „Tn de hierbijgevoegde gespecificeerde lijst van buiten gewone uitgaven wordt, naar wij durven veronderstellen, „genoegzaam aangetoond, dat eene leening tot een maxi- mum bedrag van f 150 000,alleszins gerechtvaardigd is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 175