22 Januari 1910. 17 „Komt men er evenwel toe, om aan iederen politie-agent „één vrijen dag per week te geven, en ik vind zulks billijk „en gewenscht, dan zouden iederen dag 6 agenten vrij „moeten zijn en het getal op 44 moeten gebracht worden, „eene vermeerdering dus van 12 agenten. „Ik zal nu zuinigheidshalve niet voorstellen, ofschoon de „noodzakelijkheid daarvan wel gebleken is, posten te plaat sen op de kruispunten bij de Ridderstraat en bij de Brug straten, hoek Torenstraat. „Evenmin om uitbreiding vragen om het toezicht aan de „scholen te verscherpen, waar thans 2 a 3 scholen soms „door één agent moeten worden besurveilleerd. „Met het getal van 30 agenten voor de wijken zal getracht „worden in het noodige te voorzien, ofschoon ik er uitdruk kelijk op wensch te wijzen, dat de wijken niet altijd bezet „kunnen worden, omdat maar al te dikwijls agenten voor „speciale diensten benoodigd ziin. „Toezicht op de markten, vooral niet te vergeten de „vischmarkt, die uren aan een stuk beslag legt op een „agent van politie, waardoor een geheele wijk geruimen „tijd zonder toezicht blijft, op de dagen dat getrouwd wordt „aan het stadhuis, bij optochten, muziekuitvoeringen, aan „de scholen en kerken, bij openbare vermakelijkheden, „begraven van afgekeurde visch en afgekeurd vleesch, „toezicht op de op 1 Januari a.s. in te voeren honden belasting enz. enz. komen bijna dagelijks voor, en daarvoor „kunnen alleen gebezigd worden de agenten, bestemd voor „de surveillance in de wijken. „Zijn er geen zieken of gebeurt het enkele malen, dat „geen verlof behoeft verleend te worden, dan zouden de „daardoor vrijkomende agenten op de eerste plaats kunnen „aangewezen worden voor de hiervoren genoemde speciale „diensten. „Zoover wat betreft het aantal agenten van politie. „Van de hoofdagenten, ten getale van vijf, zijn er twee „speciaal aangewezen voor recherche-diensten, en zij ver dichten dezen dienst in burgerkleeding.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 17