188 VUL 18 Juni 1910. tweede lijn door den Haagweg. zijnde dit prae-advies van den volgenden inhoud i „Om prae-advies stelde uwe vergadering in onze handen ,het hierbij teruggaand adres van het bestuur der Zuid- ,Nederlandsche stoomtramwegmaatschappij, vergunning ver doekende tot het leggen eener tweede lijn door den Ilaag- ,weg en het uitvoeren der daarmede verbandhoudende werken. ,,De maatschappij grondt dit verzoek op de overweging, ,dat, wegens de voortdurend belangrijker wordende uitbrei- .ding van het goederenvervoer, de ruimte voor de treinen, bestemd voor het personenvervoer, op het tramemplace- ,ment bekrompen wordt, zoodat vertragingen in het vertrek, vooral bij kruisingen, daarvan het gevolg zijn, terwijl het meermalen voorkomt, dat, om met wagens te kunnen ran- ,geeren, van den openbaren weg moet worden gebruik gemaakt. ,,Tcn einde die vertragingen en het rangeeren op den openbaren weg zooveel mogelijk te voorkomen, is door ,de betrokken maatschappij eene tweede lijn geprojecteerd, zooals op de hierbij overgelegde teekening is aangeduid. „Naar aanleiding van een en ander wenschen wij te doen opmerken, dat in verband met art. 19 der concessievoor waarden bij ons besluit van 30 Augustus 1906 o. m. is bepaald: ,.dat het niet geoorloofd is op den openbaren weg met tram wagens of locomotieven te rangeeren of stil te staan, dan alleen ,op de daartoe aangewezen rangeerwissels aan de Spoorstraat en Tramsingel, de stopplaats op het Stationsplein en de Etnastraat." „Dat dit voorschrift, voor zooveel betreft het laten stil staan van wagens op den Ilaagweg, niet altijd door de .maatschappij kan opgevolgd worden, is o i. te wijten aan ,de ondoelmatige plaatsing van de wa'.erkraan tot bijvul- vulling van de machines. „Het leggen eener tweede lijn door het verhoogde voet- ,pad van den Ilaagweg meenen wij echter, zoowel uit een ,aesthetisch oogpunt als in het belang der publieke veilig heid, ten zeerste te moeten ontraden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 188