18 Juni 1910. 189 „Bejialve dat er nog een drietal boomen zullen moeten „worden gerooid, is het te verwachten, dat door het berij- „den met dubbel spoor de openbare veiligheid zal geschaad „worden. „Bovendien wenschen wij nog de aandacht erop te ves tigen, dat, zooals ook uit de overgelegde situatieteekening „blijkt, de maatschappij vroeger eigenares was van een „terrein, dat voldoende ruimte bevatte voor het leggen van „rangeerwissels. „Een gedeelte van die gronden is door de maatschappij „voor bouwterrein verkocht, waardoor wel direct voordeel „voor de maatschappij verkregen werd, doch waarvan de „nadeelen zich thans doen gevoelen. „Het gaat echter niet aan, om ter wille van die daad, „den openbaren weg thans als rangeerterrein in gebruik „te doen nemen. „Wij hebben mitsdien de eer U voor te stellen op het „verzoek afwijzend te beschikken." De voorzitter zegt, dat nadat het prae-advies was opgemaakt, nog een nader schrijven is ingekomen van het bestuur der Zuid-Nederlandsche stoomtramwegmaatschappij en stelt mitsdien voor, deze zaak tot eene volgende verga dering aan te houden. Er is bovendien geen groote haast bij, wijl de directeur der betrokken maatschappij aan spre ker heeft verklaard, dat de tweede lijn eerst noodig is, als de drukte met het bietenvervoer aanbreekt. Zonder bedenking wordt alsnu besloten dit punt aan te houden. 21. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van C. de Kanter alhier, verzoekende ruiling van grond, in verband met de vastgestelde rooilijnen aan de Boschstraat en den Beijerd. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voor stel van burgemeester en wethouders kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 189