18 Juni 1Ü10. De voorzitter antwoordt hierop, dat slechts enkele perceelen zijn verkocht, terwijl zij voor een groot gedeelte nog het eigendom zijn van het Rijk. De heer VAN I1ULTEN meent, dat het, zoo voortgaande, eene dure geschiedenis zal worden met het aankoopen van grond voor de rooilijn. De voorzitter, het voorstel nader toelichtende, zegt, dat de rooilijn eerst is vastgesteld, nadat reeds enkele perceelen in handen van particulieren waren overgegaan. Het is billijk, dat de strook grond van deze perceelen, voor zoover die binnen de rooilijn valt, wordt betaald. Voor de nog onverkochte domeingronden en voor datgene, wat na de vaststelling der rooilijn is of zal worden ver kocht, behoeft de gemeente niets te betalen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 23. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toe kenning van vergoedingen aan leeraren van de hoogere burgerschool en de burgeravondschool, wegens extra-dien sten tijdens de ziekte van den directeur der beide onderwijs inrichtingen, luidende als volgt „Aan den heer B. W. Mondt, directeur der hoogere „burgerschool en burgeravondschool alhier, werd in den „loop van dit jaar verlof verleend wegens ziekte, welk „verlof vier maanden heeft geduurd. „Tijdens die ziekte werd de functie van directeur der „beide onderwijs-inrichtingen waargenomen door den heer „dr. P. G. Tiddens, terwijl bovendien aan een paar andere „leeraren nog enkele extra-lessen zijn opgedragen geworden. ,,'n overeenstemming met het advies van de commissie „van toezicht op het middelbaar onderwijs hebben wij de „eer U voor te stellen, toe te kennen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 192