V 19 i IS Juni 1910. „1°. dat met den aanvang van het cursusjaar 1910/1911 „de openbare meisjesschool zal blijven ecne werklassige. „waarvan het onderwijs in de eerste klasse aansluit aan de „vijfde klasse der eerste openbare school; en „21. dat eveneens met den aanvang van het cursusjaar ,1910/1911 de eerste openbare school zal blijven eene cicht- „klassige, waarvan de achtste wordt gesplitst in twee af- „deelingen, terwijl tot en met de vijfde klasse ook vrouwe lijke leerlingen oo die school worden toegelaten. „Als gevolg van deze besluiten zullen dit jaar de vrouwe- „lijlce leerlingen van de vierde klasse der eerste openbare „school niet overgaan naar de meisjesschool; deze school „blijft eene vierklassige, maar het onderwijs in de eerste „klasse zal voortaan aansluiten aan de vijfde klasse der „eerste openbare school, in plaats van aan de vierde, zooals „tot dusver het geval was. „Uitbreiding van personeel wordt hierdoor overbodig. „Reeds het vorig jaar deelde de commissie van toezicht „op het lager onderwijs mede, dat, volgens verklaring van „den heer Tack, tegen ecne terugplaatsing van de vrouwe lijke leerlingen der laagste afdeeling van de openbare „meisjesschool naar de eerste openbare school, voor zoover „het deze laatste inrichting betrof, geene bezwaren in den „weg stonden. „Het kan dus ook thans geen bezwaar opleveren, dat „de vrouwelijke leerlingen voortaan een jaar langer aan „die school verbonden blijven." De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voor stel kan vereenigen. De heer MEEUWESEN wijst erop, dat dit voorstel een gevolg is van hetgeen met betrekking tot deze zaak in de vergadering van 4 December j.l. is besloten. Spreker acht de oplossing wel gelukkig gevonden, omdat nu voortaan het onderwijs in de laagste afdeeling der openbare meisjes school, hetwelk twee leerjaren omvat, niet meer door ééne onderwijzeres behoeft te worden gegeven. De meisjes van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 194