48 Juni 1910. De heer MEEUWESEN vraagt, wie eigenaar van den weg wordt bij overlijden van den heer IngenIIousz en zijne echtgenoote. Als de weg daarna aan anderen overgaat, blijft dan de gemeente het recht behouden, daarin gas- en waterleidingsbuizen te hebben De voorzitter antwoordt hierop, dat dit eene zaak is, welke de heer IngenHousz aangaat. De gas- en water leidingsbuizen blijven in ieder geval het eigendom der ge meente, omdat deze niet in den verkoop begrepen zijn, en de gemeente behoudt ten allen tijde het recht om dat bui zennet te exploiteeren. Zonder verdere bedenking wordt alsnu het ont- werp-antwoord aan gedeputeerde staten goedge keurd. 28. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende ontwerp-verordeningen op de heffing en invordering van rechten voor diensten der ge meente-reiniging. Bij dit schrijven is gevoegd het advies van de gezond heidscommissie voor deze gemeente, houdende dat bij haar tegen deze ontwerp-verordeningen geene bedenkingen be staan, alsmede de volgende memorie van toelichting „Met de invoering der zoogenaamde tonnenbelasting in ,,1899 (Gemeenteblad n"\ 45) werd vooral beoogd het uit oefenen van drang om het tonnenstelsel geleidelijk te doen „verdwijnen. Door de vaststelling der overgangsbepaling „(art. 75) der verordening, regelende de bouwpolitie, laat stelijk gewijzigd 10 December 1898 (Gemeenteblad n'. 65), ,,werd de opheffing reeds in het verschiet gesteld. Art. 31 „der geldende bouwverordening, zooals dit is gewijzigd bij „raadsbesluit van 14 Juli 1906 (Gemeenteblad n°. 140) in „verband met art. 72 derzelfde verordening, schafte het „tonnenstelsel in naam althans af, zoodat er wel geen per- „ceelen met tonnenstelsel bijkwamen, doch het getal dier „bestaande perceelen slechts zeer weinig verminderde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 198