18 Juni 1910. er dus aanteekening van gehouden hebben. Ook zijn de gemeente-deskundigen als getuigen gehoord, zoodat zij allicht verklaringen zullen hebben gegeven, welke met het rapport overeenstemmen. Verder wordt deze zaak niet besproken. 35. De heer VAN HULTEN, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, zegt, dat reeds enkele maanden gele den een verzoek is ingekomen om subsidie voor het werk- loozenfonds. Spreker vraagt, wanneer het prae-advies van burgemeester en wethouders daarop kan worden tegemoet gezien. De voorzitter antwoordt hierop, dat nog geen be paald tijdstip kan worden aangegeven, maar dat de noodige spoed zal betracht worden. B. Verslagen. 1. Door den heer HEIJLAERTS wordt alsnu, namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der reke ning van het gemeentelijk pensioenfonds over 1909, gerap porteerd, dat zij die rekening heeft nagezien en in orde bevonden, weshalve de commissie voorstelt gemelde rekening goed te keuren. De voorzitter dankt de commissie voor het gehouden onderzoek en rapport en stelt voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekening goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten,bedragende gemelde rekening in ontvang ƒ8805,146 en in uit gaaf ƒ14271,86, sluitende alzoo met een nadeelig slot van ƒ5466,715, welk tekort uit de gemeen tekas aan het fonds zal worden bijgedragen. De heeren Scheltus, Teychiné, Bloemarts, mr. W. IngenHousz en Verschraage, respectievelijk voorzitter en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 204