212 23 Juli 1910. latiën schijnt dit echter onvermijdelijk te zijn, zoodat bijbetaling nu en dan moet voorkomen. Intusschen zal er naar gestreefd worden, om hierin zooveel mogelijk ver betering te verkrijgen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu het gevraagde crediet toegestaan. 14. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, onder overlegging van een schrijven van E. Moerenhout, waarin hij zijn verzoek om ontheffing van art. 14 der bouwverordening voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen eener bakkerij op het perceel aan de Leuve naarstraat 148, intrekt, in overweging gevende deze aan vrage buiten behandeling te laten. Dienovereenkomstig wordt besloten. 15. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, met overlegging van het advies der gezondheidscommissie voor deze gemeente, voorstellende de woningen, staande binnen deze gemeente aan den Haagdijk 221, 223, 225, 227, 229, 231, 233, 235 en 237, welke ter bewoning onge schikt zijn en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kunnen worden gebracht onbewoon baar te verklaren, met bepaling, dat die woningen, voor zoover daarin nog personen of gezinnen mochten gehuis vest zijn, moeten zijn ontruimd binnen den tijd van drie maanden, te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit tot onbewoonbaar verklaring is gehandhaafd. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten en wordt tevens vastgesteld het volgende ontwerp-besluit „De raad der gemeente Breda „Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, „d.d. 14 Juli 1910, tot onbewoonbaarverklaring van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 212