23 Juli 1910.
215
wat veel, doch zou willen voorstellen eene subsidie te
verlcenen van f 25,
De heer LIJDSMAN kan zich wel vereenigen met de
aangevoerde motieven van den heer Van Hulten. Het is
spreker niet bekend, hoever het gemeentebelang strekt,
maar hij wil deze sport onder de werklieden aanmoedigen
en zou dus wel iets verder willen gaan door eene subsidie
te geven van f 50,
De voorzitter zegt, dat het standpunt, hetwelk bur
gemeester en wethouders bij dergelijke aanvragen inne
men, in hoofdzaak ligt opgesloten in de vraag, hoe groot
het aantal vreemdelingen is, hetwelk verwacht wordt. Door
een der bestuursleden is hem medegedeeld, dat gerekend
wordt op eene deelname van 100 turners, hoofdzakelijk
uit Zeeland. Het concours hippique bracht tal van vreem
delingen in de stad, die er enkele dagen verbleven. Aan
de kegelwedstrijden van „Bonus Eventus" hebben ruim 60
vereenigingen deelgenomen. Burgemeester en wethouders
hebben thans hetzelfde standpunt ingenomen als bij de
schietvereeniging „St. Hubertus" en zijn dus van meening,
dat met het uitloven eener medaille kan worden volstaan.
De heer VAN HULTEN zal niet terugkomen op het
concours hippique, noch op de feesten van „Bonus Eventus",
doch wenscht alleen erop te wijzen, dat die turners ook
vrienden en kennissen medebrengen. Verschillende deel
nemers uit Zeeland zullen denzelfden avond niet meer naar
hunne woonplaatsen kunnen terugkeeren.
Het voorstel van den heer Van Hulten, voldoende
ondersteund, wordt alsnu in stemming gebracht en aan
genomen wet 11 tegen 4 stemmen.
Voor stemden de heeren Staal, Van Keppel, Lijdsman,
J. M. IngenHousz, Reigersman, Teychiné, Verschraage,
Van Hulten, Fr. Smits, Heijlaerts en A. F. Smits.