23 Juli 1910. 221 „Te dier zake hebben wij een nader onderzoek doen „instellen, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het „hierbij gevoegd rapport van den gemeente-architect. „Uit dit rapport blijkt, dat eene voor de maatschappij „gewenschte oplossing ware te verkrijgen, zonder dat de publieke veiligheid daardoor wordt geschaadwanneer eene „verlegging der lijnen plaats had overeenkomstig het „hierbijgevoegd plan B. „Wij meenen derhalve ons oorspronkelijk prae-advies „te moeten handhaven en hebben mitsdien de eer U voor „te stellen, op het verzoek afwijzend te beschikken". De heer TEYCHINÉ stelt voor, deze zaak aan te houden tot de volgende vergadering. Spreker acht de aangevoerde motieven niet gewichtig genoeg, om op die gronden de vergunning te weigeren. Aanvankelijk liep de tram langs den singel. Later is een terrein aangekocht voor stations emplacement. Had de maatschappij kunnen voorzien, dat het vervoer zoo belangrijk zou toenemen, dan had zij stel lig wel andere maatregelen genomen. Wat nu het gevaar voor de publieke veiligheid betreft, dit is veel grooter op den hoek van de Eindstraat en de Ridderstraat, waar aan houdend trams loopen. De heer VAN HULTEN is het eens met burgemeester en wethouders en wijst erop, dat deze nog een der ge wichtigste argumenten tegen de inwilliging van het verzoek achterwege hebben gelaten. Er staat daar eene kerk en nu is het te voorzien, dat er mettertijd ook eene school zal komen. Een rangeerterrein in de nabijheid eener school acht spreker zeer gevaarlijk. Om die reden wil hij de zaak niet aanhouden, maar reeds aanstonds op het verzoek af wijzend beschikken. De voorzitter zegt, dat ook burgemeester en wet houders tegen aanhouding zijn. Ieder lid heeft voldoende tijd gehad, om de zaak te onderzoeken. Wat betreft het argument van den heer Teychiné, dat de maatschappij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 221