224 23 Juli 1910. geen motief, om maar te leenen. Wat baat het, vraagt spreker, als men bij de begrooting alle mogelijke moeite doet, om het evenwicht te behouden, wanneer men in den loop des jaars er maar onmiddellijk over heen gaat Nog kort geleden is dat geschied met de verbouwing van het stadhuis tot een bedrag van 15000,--. Nu komt er weer f 11000,bij, maakt alzoo samen f26000, Het schijnt zachtjes aan eene gewoonte te worden, om belangrijke werken niet meer bij de begrooting te regelen, doch tusschentijds af te doen. Spreker is absoluut niet tegen de uitbreiding der am bachtsschool, maar wel tegen de partieele behandeling van zoo'n gewichtige zaak. Deze behoort thuis bij de begroo ting. Het plan zelf draagt zeer zeker de kenmerken, dat er heel wat over gepraat is en dat het verschillende phasen heeft doorloopen, alvorens het in den raad ter tafel is ge bracht. Desondanks kan spreker zich niet met het plan vereenigen. Het is technisch verwaterd, niet uit één stuk. Er is ontworpen een nieuw gebouw, omdat het oude op houten pijlen steunt. Spreker treedt verder in eenige tech nische beschouwingen en wijst erop, dat ook met de aesthetica geen rekening is gehouden. Waar dus ook in dit opzicht het plan zooveel te wen- schen overlaat, zal spreker daaraan zijne stem niet kunnen geven. Hij geeft derhalve aan burgemeester en wethouders in overweging het voorstel terug te nemen en het opnieuw, zoo noodig gewijzigd, in te dienen bij de begrooting voor 1911, te meer, wijl nu ook het seizoen reeds zoover is gevorderd, dat het werk dit jaar niet meer tot stand zal kunnen komen. De heer LIJDSMAN wil niet in beschouwingen treden over het eerste gedeelte van de door den heer Van Keppel geopperde bezwaren, dóch zal zich bepalen tot het tweede gedeelte van diens betoog, n.l. wat betreft de technische bezwaren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 224