23 Juli 1910. 229 Voor dc meubelmakerij heeft men indertijd een houten gebouw geplaatst. Dat is nu versleten, zoodat hiervoor een nieuw gebouw moet worden opgericht. Spreker kan niet inzien, dat de meerdere uitgaaf van ƒ11000,het budget in de war zal sturen, wijl zij ten slotte slechts loopt over eene jaarlijksche uitgaaf van ƒ660,—. De heer ROMBOUTS wijst er nog op, dat op de be grooting is uitgetrokken een bedrag van ƒ1000,aan rente en 1000,aan aflossing. Berekend tegen 3x/3 wordt de rente thans 1260,- terwijl de aflossing, berekend over 40 jaar, op ƒ900,komt, samen alzoo ƒ2160,—. Voor dit jaar zal slechts de helft benoodigd zijn, of ƒ1080,Waar nu op de begrooting voor dit doel reeds ƒ2000,is uitgetrokken, kan spreker niet inzien dat het budget er door in de war zou komen. De voorzitter wijst er nog op, dat de kans wel bestaat, dat op den duur ook eene hoogere subsidie zal verkregen worden. Het voorstel van burgemeester en wethouders tot uit breiding der ambachtsschool, overeenkomstig de overge legde plannen, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 1 stemmen. Vóór stemden de heeren Van den Brink, Staal, Lijds- man, J. M. IngenHousz,, mr. W. Ingf.nHousz, Scheltus, Rombouts, Reigersman, Teychiné, Verschraage, Van Hulten, Fr. Smits, Heijlaerts en A. F. Smits. Tegen was de heer Van Keppel. 24. Voorstel van burgemeester en wethouders, daarbij machtiging verzoekende tot opheffing van den borgtocht, ten bedrage van ƒ3000,door wijlen den heer P. W. Paijens, in leven directeur der gasfabriek en waterleiding, ten be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 229