230
23 Juli 1910.
weld is in dezen nog nooit iets goeds verricht. De cijfers
wijzen tenminste in die richting. Gerust mag men dus
uit deze cijfers de conclusie trekken, dat in Breda veel
te spoedig wordt overgegaan tot opmaken van proces
verbaal wegens openbare dronkenschap.
Eene tweede vraag is Wanneer mag iemand voor open
bare dronkenschap gearresteerd worden
Ik heb mij laten inlichten, dat het eerst mag gebeuren,
wanneer de dronken persoon gevaar oplevert voor de
openbare orde, voor de openbare veiligheid en voor zijn
eigen veiligheid. Nu is het steeds eene bron van ergernis
voor de burgerij tegen de politie, dat maar al te vaak tot
arrestatie wordt overgegaan, ook als de dronken persoon
niemand hindert, soms zelfs als de dronkenschap niet of
slechts in lichten graad merkbaar is.
Allerminst wensch ik hier een pleidooi te houden voor
de dronkaards of het drinken. Ik stel mij alleen op het
standpunt, wat mag en wat niet mag gebeuren. En wat
niet mag gebeuren, dat is iemand arresteeren, als zijnde
dronken, enkel omdat hij dranklucht van zich afgeeft. Wordt
dat goedgekeurd, dan is de geheele burgerij op genade
of ongenade aan den oogenblikkelijken luim van een politie
agent overgeleverd. De Nederlandsche Grondwet waar
borgt aan de burgers vrijheid van persoon. Zou nu een
gewone politie-agent het recht hebben, dit grondwetsartikel
tot eene doode letter te maken op grond, dat een persoon
dranklucht van zich afgeeft Het heeft er den schijn van,
dat deze opvatting bij de Bredasche politie te vinden is.
Een brutaal staaltje daarvan vind ik in 't volgende berichtje
in de Bredanaar van 11 Juli j.l. Dat blad schrijft:
„In den afgeloopen nacht omstreeks 1 uur werd een
„onderofficier door de politie wegens dronkenschap in de
„Catharinastraat gearresteerd, doch wist zich los te rukken.
„Dit werd toevallig door een maréchaussee gezien, die, be
merkende, dat de delinquent op den loop ging, een revol
verschot loste, zonder echter te raken.