B. Verslagen. 238 23 Juli 1910. ken noemt, die dranklucht van zich afgeeft, dan zijn er maar weinigen veilig voor mogelijke willekeur van een politie-agent. Dan krijgen we Russische toestanden en daarvoor leven we niet in,-wat men zoo gaarne noemt, het klassieke land der vrijheid. De voorzitter herhaalt, dat hij thans niet op de gestelde vragen zal ingaan. Zelfs al had de heer Van Hul- ten correct gehandeld, dan nog zou het niet wenschelijk zijn, om thans, hangende de zaak Barens, deze kwestie hier ter sprake te brengen. Wat betreft het verwijt, dat spreker niet correct ge handeld heeft, door voorlezing te geven van een ont vangen schrijven, doet spreker opmerken, dat deze de eenige brief is over deze zaak, dien hij van den heer Van Hulten ontvangen heeft. Wat nu aangaat het ingezonden stuk in verband met het ontslagnemen van den heer Sassen, dit behoeft niet van burgemeester en wethouders afkomstig te zijn en is ook niet het geval. Iedereen, die maar eenigszins met de gebruiken van den gemeenteraad bekend is, kan zoodanig artikel schrijven. Als burgemeester en wethouders het wenschelijk achten een of ander bericht in de plaatselijke bladen te doen opnemen, dan verstrekken zij dit, zonder eenige uitzondering, aan alle bladen gelijktijdig. Spreker sluit hiermede deze interpellatie. 1. Door den heer VAN KEPPEL wordt, namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het burgerlijk armbestuur over 1909, gerapporteerd, dat zij die rekening nauwkeurig heeft nagezien en daarin niet de minste onregelmatigheid heeft ontdekt, terwijl de ontvangsten hebben bedragen 11 593,305 Cn de uitgaven ƒ11 471,705 zoodat de rekening sluit met een batig saldo van ƒ121,60.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 238