12 Augustus 1910.
'255
„door eene toevoeging is daaraan uitdrukking gegeven,
„waarbij tevens eene kleine fout (voor art. 3 moet gelezen
„worden art. 2) is hersteld."
De voorzitter, deze verordening aan de orde stel
lende, vraagt, of iemand der leden in algemeene beschou
wingen wenscht te treden.
De heer VAN HULTEN vraagt, of de militaire terreinen
ook onder deze verordening vallen.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend, mits
die terreinen voor het publiek toegankelijk worden gesteld.
De heer Fr. SMITS vraagt, of het in de bedoeling ligt,
de verordening artikelswijze te behandelen, waarop de
voorzitter bevestigend antwoordt.
In algemeene beschouwingen wordt niet getreden, waarna
de voorzitter aan de orde stelt artikel 1 van de
heffingsverordening met de daarop ingediende amende
menten.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat volgens art. 1 ook
in de belasting vallen voordrachten, tenzij deze een uit
sluitend wetenschappelijk karakter dragen. Spreker vraagt,
of dientengevolge ook vrijgesteld zijn voordrachten op
politiek of sociaal economisch gebied.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Of
schoon dergelijke voordrachten wel eens vermakelijk kunnen
zijn, worden ze toch niet onder de openbare vermakelijk
heden gerangschikt.
De heer VAN DEN BRINK merkt op, dat dergelijke
voordrachten altijd wetenschappelijk zijn, al wordt dan wel
eens luim met ernst vermengd.