22 Januari 1910. Bij dit adres zijn gevoegd een schrijven van den inspec teur van het middelbaar onderwijs en van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs in deze gemeente, houdende mededecling, dat tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. De voorzitter stelt alsnu voor het gevraagde ont slag eervol te verleenen met ingang van 1 Februari 1910. Dienovereenkomstig wordt besloten. 22. Adres van L. C. Moonen alhier, daarbij wegens zijne benoeming bij het openbaar lager onderwijs te Amsterdam eervol ontslag verzoekende uit zijne betrekking van onder wijzer aan de openbare school aan de Boschstraat in deze gemeente tegen 1 Mei a.s. De voorzitter stelt voor het gevraagde ontslag, met ingang van 1 Mei 1910, eervol te verleenen. Waartoe besloten wordt. 23. Geloofsbrieven van het op 16 December 1909 nieuw benoemd lid van den gemeenteraad voor district III, den heer F. C. J. van Hulten. De voorzitter stelt voor, deze stukken, ter fine van onderzoek en rapport, te stellen in handen eener com missie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Bloem- arts, De Bont en Van den Brink. Deze commissie, zich tot dat einde verwijderd hebbende, wordt de vergadering voor eenige oogenblikken geschorst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 25