260 12 Augustus 1910. dergelijke verbonden, niet zelf kunnen dragen. Dat zal er door deze belasting niet beter op worden. Volgens artikel 3 sub II a kunnen, met machtiging van burgemeester en wethouders, vrijbiljetten worden afgegeven. Het zal dan veel van de zienswijze van burgemeester en wethouders afhangen, of men veel of weinig vrijbiljetten kan krijgen. Spreker acht dit verkeerd. Alle vereenigingen moeten in dit opzicht over één kam geschoren worden. Er moet naar gestreefd worden, om de verordening zoo goed mogelijk te maken. Daarom moet er ook over ge discussieerd worden. De voorzitter is het erover eens, dat het gewenscht is, de zaak zoo nauwkeurig mogelijk te bekijken, maar om alle speciale gevallen hier afzonderlijk te behandelen, is niet wel doenlijk. Er wordt te veel vrees gekoesterd, dat de vereenigingen hier ter stede er door lijden zullen. Spreker ontkent dit. Terwille van die 5% belasting zal niemand thuis blijven. Voornamelijk worden getroffen bij zondere ondernemingen, welke zoo nu en dan voorstellin gen geven, zooals b v. een paardenspel. In Den Bosch, waar op het gebied van vermakelijkheden weinig te doen is, in vergelijking met Breda, brengt die belasting nog f2500,— per jaar op; -te Bredawaar geregeld 4 a 5 maal per week wat te doen is, slechts f 1500,Bovendien is het bijwonen van publieke vermakelijkheden eene kwestie van weelde. De meesten, die hiervan profiteeren, wonen over de grens van Breda en betalen toch al weinig of niets aan Breda. De heer VAN HULTEN zegt, dat hij zich kan vereeni gen met de toelichtingen en dat hij mitsdien zijn amende ment intrekt. De heer Fr. SMITS handhaaft zijne amendementen, doch deze worden niet voldoende ondersteund en kunnen alzoo geen punt van behandeling uitmaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 260