252 12 Augustus 1910. 17. Adres van het bestuur der vereeniging van Neder- landsche loodwitfabrikanten, gevestigd te Rotterdam, daarbij aanbiedende een exemplaar van eene brochure over het loodwitvraagstuk, geschreven door prof. dr. H. Wefers Bettink, en een afdruk van een artikel over het loodwit- verbod in Duitschland, voorkomende in de ,,Lack- und Farben-Industrie" van 9 Juli j.l., met verzoek, bij eventueele aanbestedingen van verfwerk de in die stukken uitgedrukte meeningen in overweging te willen nemen. De voorzitter stelt voor, dit adres voor kennisge ving aan te nemen en de bijlagen in de leeskamer ter visie te leggen voor de leden. De heer VAN DEN BRINK acht het wel gewenscht, dat aan ieder raadslid een exemplaar van de brochure van dr. Wefers Bettink werd verstrekt. Spreker vraagt, of daartoe geen mogelijkheid bestaat. De heer MEEUWESEN zegt, dat hij hiertoe gaarne de cnoodige pogingen in het werk wil stellen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel des voorzitters- 18. Suppletoire- kohieren nos. 5 en 6 van aanwezige spoorstaven en beerputten in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub E en D van de verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, n". 61. Zonder bedenking worden gemelde kohieren vastgesteld, respectievelijk ten bedrage van 4,80 en 0,50.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 262