U 1 268 12 Augustus 1910. „Het is eigenlijk te mal, om het tegendeel te beweren, „want geen ambtenaar van het openbaar ministerie zou „aan een dergelijk proces-verbaal gevolg geven. „Het geval Barens is juist daar om aan te toonen, dat „het tegen dezen man opgemaakte proces-verbaal juist „meer inhoudt dan het afgeven van dranklucht. „De vraag, of de Bredasche politie niet bijzonder vlug „overgaat tot het verbaliseeren wegens dronkenschap, moet „alweder beslist ontkennend beantwoord worden. „Naar zijne meening het tegendeel. „Er volgen nu eene reeks van cijfers ter zake van opge- „maakte processen-verbaal voor openbare dronkenschap „te Tilburg en te Breda. „En uit die cijfers wordt dan verder geconcludeerd, dat „te Breda veel te spoedig wordt overgegaan tot het op- „maken van processen-verbaal wegens openbare dronken schap. „En dat wordt nu beweerd door iemand, die absoluut „geen verstand heeft van politiezaken. „Ik sta er gewoon „paf" van. „Ik aarzel dan ook niet te verklaren, dat het meerendeel „der cijfers, door den heer Van Hulten medegedeeld, „oneerlijk zijn, en wat erger is, met voorbedachte rade „oneerlijk zijn voorgesteld. „Het is mij bekend, dat ten stadhuize o. a. aanwezig „zijn de verslagen der gemeenten Breda's-Bosch en Tilburg, „terwijl ik ook weet, dat de heer Van Hulten eveneens „enkele der verslagen der gemeente a-Bosch heeft ingezien, „maar de cijfers daarin vermeld niet heeft aangehaald, „omdat deze hem in zijn aanval op de politie niet konden „steunenevenmin vond genoemde heer het noodig de „cijfers van Breda over 1908 mede te deelen, waarschijn lijk omdat het aantal processen-verbaal plus minus 150 A „minder was dan in voorgaande jaren. „Maar wat nog het ergste isde heer Van Hulten, „wetende dat van het aantal processen-verbaal, wegens „openbare dronkenschap op het grondgebied van Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1910 | | pagina 268