12 Augustus 1910.
281
De heer VAN HULTEN zegt, dat de door hem genoemde
cijfers in April liepen over 1905 en ontleend waren aan de
uitgave van het centraal-bureau voor statistiek.
Dat wilde ik juist hebben, zegt de voorzitter.
De heer MEEUWESEN zal zich niet mengen in deze
discussie, doch wil alleen zijn verlangen te kennen geven,
om het rapport van den commissaris van politie in zijn
geheel in de notulen op te nemen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit ook zijne
bedoeling is.
De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke
alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.