3 September 1910.
287
Toelichting
„Als toelichting verwijst ondergeteekende naar de ge-
„meente Arnhemwaar volgens getuigenis van burgemeester
„en wethouders van Arnhem deze maatregel tot tevreden
heid van het dagelijksch bestuur dier gemeente doorwerkte
„en misbruiken tot een minimum konden beperkt worden,
„terwijl ik hieraan kan toevoegen, dat in de raadszitting
„van 22 Augustus 1.1. der gemeente 's-Gravenhage met 15
„tegen 11 stemmen tot gelijken maatregel werd besloten.
„(get.) J. A. H. VAN DEN BRINK".
De voorzitter stelt voor, deze motie te verzenden
aan burgemeester en wethouders om prae-advies.
De heer VAN DEN BRINK kan zich vereenigen met
dit voorstel, wijl hij begrijpt, dat burgemeester en wethou
ders, alvorens eene beslissing te nemen, zich op de hoogte
willen stellen en de zaak wenschen te overwegen. Spreker
dringt er echter op aan, dat het prae-advies zoo spoedig
mogelijk zal worden uitgebracht, opdat de maatregel, zoo
mogelijk, reeds in den aanstaanden winter kon worden
toegepast.
Spreker hoopt dus, dat het met deze motie niet zal gaan
als met zijn voorstel tot wijziging van het reglement op
het pensionneeren van vaste werklieden in dienst der
gemeente, hetwelk in de vergadering van 26 September
1908 om prae-advies werd verzonden aan burgemeester
en wethouders en welk prae-advies nog steeds op zich
laat wachten, evenals met zijn voorstel tot wijziging van
gemeld reglement, gedaan in de vergadering van 17 April
1909, om verder niet te spreken van het adres van den
Bredaschen bestuurdersbond tot aanstelling van school
artsen, ingekomen in de raadszitting van 17 April 1909,
en zijne voorstellen, gedaan in de raadszitting van 7 Augus
tus 1909, tot wijziging van het reglement van orde voor
den raad, tot het opmaken van stenografische raadsver-